Regendromen
Regendromen
Perenbomen bloeien wit
en als je heel lang kijkt, verschijnen
er vanzelf regendromen
Tranen stromen
als glinsterende druppels
tussen dauw en
‘Dag’, zeg je
vanonder de paraplu
Je steekt je hand
– die ik zo heb gemist –
uit om me te laten voelen
Hoe zacht de witte bloesem is
Hoe zoet de geur van dromen
Hoe alles voor even
een waarheid is
totdat het wordt ontnomen.
Sanne Heymann
Zaterdag 12 april 2025
Schakelgedicht, Kunstfestival Veenendaal
Treinrit
Treinrit
Opgedroogde koffievlekken, kruimels van gebladerd
deeg. Met mijn koffie-to-go struin ik het gangpad af,
op zoek naar een plek, die schoon is en
leeg als de stoelen van het ‘tweetje’,
waar ik neerplof. Alleen
bij het raam. Een vettig venster op de buiten-
wereld toont de naam van het station, die na het fluitje
steeds verder weg. Steeds verder
weg raast
de trein, de wagon, richting
Veenendaal, Maarn, Driebergen, Bunnik.
De stem van de vrouw van de trein
kan ik dromen. Net zoals de landschappen, de
huizen, de was die op dinsdag altijd buiten,
behalve als het regent.
Controle vlak voor Vaartsche Rijn. De knik, de
glimlach en weer door. Nog even, één halte,
één laatste slok.
De vrouwenstem klinkt,
net als de piepende remmen.
Utrecht Centraal.
De koffie is op.
Sanne Heymann
Zaterdag 12 april 2025, Kunstfestival Veenendaal
Pastichegedicht (op ‘Busrit’ van Wilco)
Een nieuw jaar
Een nieuw jaar, een nieuw
begin er maar aan.
Beste wensen
worden al gauw goede wensen,
levens verbeterende dromen,
die zijn opgehoopt met de tijd.
Een beetje zon, niet te veel regen,
veel voorspoed, een beetje tegen
en bovenal een gezond leven.
De beste wensen vervliegen,
dus maak voor je beste mensen genoeg tijd!
Dit gedicht van Willemijn Reijmes-Hannessen is op woensdag 15 januari 2025 gepubliceerd in De Rijnpost.
(Ik ben) alles
(Ik ben) alles
Langzaam kruip ik door de kaft
van het boek, duik in het papier en doe mijn duikbril op,
want stel je voor dat ik iets vind wat ik helemaal niet zoek?
Ik loop verder met doorgewinterde letters zij aan zij,
die zachtjes zeggen: volg mij, volg mij.
Terwijl ik buk vermijd ik nog net een
sluwe papier
snee. Gedwee dwaal ik verder
en plots lees ik ‘alles’ en verslind het waar ik bij sta, overwin er de liefde mee, de hoogte en diepte,
schilder er sierlijke sterren mee waardoor ik alles beter zie
zitten en val
in een droom met alleen maar goede beats.
Lees op m’n best, want dit is pas
alles of niets.
Dit gedicht van Willemijn Reijmes-Hannessen hing in maart 2025 in de Bibliotheek
’t Egelmeer
’t Egelmeer
Het water kwam met bakken neer
en ’t Egelmeer werd weer een meer.
Wellicht wandelt u weer een keer
het woud in met dit warmer weer.
’t Is daarom da‘k u informeer:
Het Egelmeer is weer een meer!
Mats Beek
Er is nog zoveel om over te dichten
Er is nog zoveel om over te dichten
Er is nog zoveel om over te dichten.
Kijk maar eens om je heen in Veenendaal.
Een dichter kan zijn pijl op alles richten
en gaat poëtisch met dat alles aan de haal.
De rode rozen en die and’re bloemen.
In buurmans tuin, maar ook in de natuur,
dat zijn er al te veel om op te noemen
en zetten ’s dichters hart in vlam en vuur.
Er zijn in Veenendaal nog zoveel fraaie vrouwen,
met zwoele lippen en een kuiltje in hun wang.
Een dichter mag platonisch van ze houwen
en ze bezingen in zijn honingzoete zang.
Het bruist in deze stad aan alle kanten.
Er gebeurt het hele jaar van alles wat.
Dat is voor ons dan ook het int’ressante:
we graaien in een bodemloze schat.
En dan is er nog Veenendaals historie:
de turf, maar ook sigaren, én de wol.
We sloopten wel het meeste van die glorie,
maar wat er wás, stort onze harten vol.
En daarom blijven wij voorlopig schrijven.
Voor ons voelt dat beslist niet als een straf.
De zinnen borr’len op in onze lijven.
Oh nee, u bent nog lang niet van ons af!
Mats Beek