Zomerdans

Zomerdans

Als de zon danst met de regen,
blote voeten op het stadsstrand,
de surfvijver met uitgeworpen hengel,
volle terrassen in het centrum.

Als de zon danst met de regen,

‘t Veen verlaten naar een warmer oord?
of blij met het overdekt zwemmen,
en een boek van de bibliotheek.

Bouwdorp of bijbelweek,
buurtbarbecue onder de partytent,
misschien met geheven glas,

en een zonnesteek.

Als de zon danst met de regen,
en de regenboog mag schijnen,
krijgt uw zomer vast alle kleur,
die het nodig heeft.

Wilco van Doorn
Stadsdichtersgilde Veenendaal

Liefde is.

Liefde is.

Als de liefde
liefde is

mag mijn hand dan in de jouwe?
Mag mijn hand in die van hem of haar,
van hen of wie
ik maar wil houden

Mag ik in het openbaar
mijn arm om diens schouder slaan
Een kus op zijn lippen – zomaar spontaan –
Een aai door haar
haar dat straalt zoals
haar ogen
als ze stiekem naar mij kijken

Als de liefde
liefde is

waarom kijken ze dan stiekem?
Waarom wordt er dan gefluisterd – net te hard –
en niet geluisterd, maar geroepen over hokjes
de norm en het normaal

Maar als de liefde
liefde is

wat is dan eigenlijk normaal?
Wat is normaler dan het houden
van een lach, een heel klein kuiltje in een wang
Van ’s ochtends samen wakker worden, van
’s avonds voor de spiegel staan en daar
jezelf omarmen omdat
jíj bent wie je bent

Als de liefde
liefde is

zijn wij dan niet allemaal
gewoon zoals we zijn?
Gewoon mens in alle kleuren
van een vlag
die wappert voor een wereld
zonder grenzen
aan dat wat liefde is

Want als de liefde
liefde is
dan ben jij, net zoals ik,
een mens

om van te houden

Om open, bloot, schaamteloos, groot,
luid en zacht, verschrikkelijk pracht-
ig om van te houden

Want mens, wat ben je mooi

Zo mooi als de

liefde is

met mijn hand
in de jouwe.

Sanne Heymann
Geschreven voor en voorgedragen tijdens Pride Veenendaal op 22 juni 2024

 

 

 

 

Theater

Theater

Ik ga naar het theater en neem mee:

Mijzelf, een goed bedoelde mening,

Ik koop ter plekke wel wat zouts of zoets,

Misschien een extreem hoge hoed

Om degene achter mij te plagen.

Nee, laten we het daar maar niet op wagen.

Gelach, getraan,

De eenvoud van het spel spreekt het meervoud aan.

Verder veel blablabla en muziek, ik knik mijn hoofd,

Stoot mijn buurman aan;

Ik zit op het puntje van mijn stoel, helemaal vooraan.

Ik durf het haast niet te denken, maar:

Wat moet een publiek zonder een

Theatraal bestaan?

Willemijn Reijmes-Hannessen

Op Park Klassiek

Op Park Klassiek

Er is een park in Veenendaal,
daar kan het werk’lijk allemaal
Het parkje ligt er stralend bij,
dankzij een stoere werkersrei*
En een traditie is geboren:
door hier klassiek te laten horen.

Ik was hier afgelopen week
en terwijl ik in de rondte keek
sprak ik even met de beesten
(niet allemaal, maar wel de meeste)
en vroeg ze toen naar hun optiek
over het park en het ‘Klassiek’.

Een pissebed onder een zerk,
druk bezig met verteringswerk,
is met de werkgroep niet zo blij.
Dit is wat hij tegen mij zei:
‘Toen ‘t opruimen nog werd vergeten,
was er voor mij veel meer te vreten.’

Een duif die op een boomtak zit,
poept steeds weer alle zerken wit.
Is al het schoonmaakwerk gedaan,
laat hij zijn darminhoud weer gaan
en zegt daarop, niet echt beleefd,
dat hij er duivenschijt aan heeft.

Een eekhoorn op een hoge tak
bekijkt de boel op zijn gemak.
Op nootjes is die pluimstaart dol,
maar ééns per jaar dan schiet hij vol
en hij vertelt ons onverdroten:
‘Ik houd ook veel van zuiv’re noten.’

Een zanglijster aan ’t Kostverloren
Laat normaal zijn zang graag horen
Hij maakt de prachtigste muziek
Maar houdt ook veel van Park Klassiek:
‘Ik zing toch werkelijk niet gek
maar bij klassiek houd ik mijn … snavel!’

Een naaktslak trok een slijm’rig spoor
en sprak: ‘Ik ga er maar vandoor.
Wij slakken zijn de laatste tijd
gezakt in populariteit.
Is straks het feest achter de rug,
dan kruip ik langzaam weer terug.’

Een dichter, geboren aan ’t Verlaat
is onderhand wel uitgepraat.
Ik prijs nog één keer alle mensen
die vrijwillig voldoen aan alle wensen
van ’t hier aanwezige publiek.
Wat mij betreft volgt nu muziek.

Mats Beek

*rei = een groep of kring van personen of wezens 

Op een schaapje

Op een schaapje

Ooit liep een ooi, met trotse kop
bij een Veense harmonie voorop.
‘k Sprak laatst het beest en zei – beslist –
dat zij door mij wel wordt gemist.
Het schaap zei zacht: “Ik ben verdorie
vergane scheepjeswolleglorie!”

Mats Beek

Intermezzo

Intermezzo
Rust,
Stilte, pauze met
Een gezicht.
Zit al veel te lang terwijl
Ik wil staan,
Want ik moet zo nodig
Drinken en vertellen
Wat ik er tot nu toe van
Vind; vind ik er eigenlijk wel wat van.
Ik vind heel veel als ik zoek,
Coulissen die verscholen gaan achter
Acteurs en zangeressen, in kledij, een vieze make- up doek,
Een andere invals
Hoek, in alle hoeken zoeken.

De lichten vertellen een verhaal,
De muziek ook,
Oke nu is de noot echt hoog.
Noten, borrelnoten, wijntje
Precies waar ik zin in heb.
Rust, focus;
Die stoelen zitten echt wel als gegoten.
Veel te veel stilte, pauze?
Zal ik nu al olie op het vuur gooien
Of nog even wachten
Tot iedereen lacht om een bedoelde grap
En het langzaam donker wordt,
De kunst gluurt om de hoek,
Mijn woorden raken een voor een zoek.

Het wordt langzaam licht op de gang,
En dat is fijn, want er is geen betere plek om van de
Lampen te (gen)ieten.

Willemijn Reijmes-Hannessen